Knieklachten

Mogelijke symptomen bij knieklachten:

Stekende pijn onder de knie?
Zeurende irritante pijn met onrustig gevoel in het been?
Pijn na een trauma moment?
Moeite om weer in beweging te komen met de knie?
Slotklachten?
Instabiel gevoel met lopen?

Dit zijn zo maar enkele symptomen die zich voor kunnen doen bij knieproblematiek.

Knieklachten: Wat is het?

Er zijn veel verschillende vormen van kniepijn, zo is er:

meniscusletsel
bandletsel
slijmbeursonstekingen(bursitis)
veel overbelastingsklachten
groeiproblemen zoals Osgood Schlätter
anterieure kniepijn
Jumpers Knee.

Vaak gaat dit in combinatie met een probleem in heup, rug of enkel of bijvoorbeeld een afwijkend looppatroon. De fysiotherapeut kan je hierbij helpen om van de klachten af te komen.

Knieklachten behoren, na nek- en rugklachten, tot de meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat. De aandoening komt zowel bij mannen al bij vrouwen gelijk voor.

Hieronder hebben we een aantal verschillende aandoeningen uitgediept:

Anterieure kniepijn

Anterieure pijn is een verzamelnaam voor pijn aan de voorkant van de knie. Mogelijke oorzaken kunnen bijvoorbeeld instabiliteit van de knie en/of fracturen van de knieschijf zijn. Behalve lokale aandoeningen kan de pijn ook uitstralende pijn vanuit een triggerpoint in de spier of zenuwpijn zijn. Wanneer deze aandoeningen uitgesloten zijn, kan er eventueel patellofemoraal pijnsyndroom (PFPS) worden gediagnosticeerd.

Patellofemoraal pijn syndroom

Patellofemoraal pijn syndroom (PFPS) meest voorkomende aandoening bij patiënten jonger dan 50 jaar met knieklachten.
PFPS komt vaker voor onder sporters en militairen.
In sport is 25% van de hardloopblessures PFPS.
PFPS komt 2.2 keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Mogelijke symptomen:

Diffuse kniepijn, rond of achter de knieschijf.
Crepitaties (krakend gevoel), stijfheid, zwelling.
Instabiliteitsgevoel vooral bij het traplopen.
De aandoening komt soms dubbelzijdig voor.
Pijn treedt voornamelijk op bij drukverhogende belastingen van het patellofemorale gewricht (gewricht tussen de knieschijf en het bovenbeen), bijvoorbeeld berg aflopen, trap aflopen, springen, hardlopen, hurken, lang zitten met gebogen knieën (theaterknieën) en fietsen tegen hoge weerstand, zoals tegen de wind in, op een laag zadel en/of in een te hoge versnelling.

Jumpers knee (patellatendinopathie)

Patellatendinopathie, ook bekend als Jumpers knee, is een veel voorkomende blessure bij sporten waarbij er veel wordt gesprongen, zoals basketbal en volleybal. Preventie van deze blessure is belangrijk omdat de symptomen soms jaren kunnen duren, effect hebben op sport en werk participatie, en soms zelfs de reden zijn van het einde van een sportcarrière.

De cijfers van afzonderlijke sporten variëren van 2,5% bij voetballers tot 14,4% bij volleybal spelers.
Jumpers knee komt vaker (ongeveer twee keer zo vaak) voor bij mannen dan bij vrouwen.

Oorzaak:

De oorzaak voor deze klacht is niet helemaal duidelijk. Men vermoedt dat het te maken heeft met overbelasting en herhaald letsel van de kniepees als gevolg van het springen, waarna het herstel van de pees wordt verstoord.

Mogelijke symptomen:

Pijnklachten onder de knieschijf.
Pijn bij sprongvormen.
Startende klachten verdwijnen snel na inspanning weer, langdurige klachten houden ook in rust aan.

Osgood Schlatter

Osgood schlatter ontstaat meestal bij jongens in een leeftijd van 12 tot 15 en bij meisjes van 8 tot 12. In deze fase van ontwikkeling kan de aanhechtingsplek de kracht die door het bovenbeen wordt gegenereerd niet weerstaan. Dit heeft als gevolg dat er kleine scheurtjes in het bot ontstaan, waardoor er een verdikking voel- of zichtbaar kan worden.

Mogelijke symptomen:

Pijnklachten bij druk op de aanhechting van de knieschijfpees.
Stijfheid van de hamstrings en de voorkant van het bovenbeen.
Stijfheid in het kniegewricht door het verschil in groei van botstructuur en peesstructuur.

Instabiliteit van de knieschijf

Instabiliteit van de knieschijf ontstaat als deze niet de normale beweging maakt tijdens het buigen en strekken van het kniegewricht en daardoor regelmatig uit zijn groeve gaat.

Mogelijke symptomen:

Pijn en/of een onzeker gevoel in de knie met de neiging er doorheen te zakken.
Lichte belastingsafhankelijke pijnklachten tot ernstig invaliderende pijn en terugkomende knieschijfluxaties.
Pijn wordt meestal ervaren aan de voorzijde van de knie.

Bursitis prepatellaris / pes anserinus / hoffa (vetlichaam)

Een slijmbeurs ontstaat in de foetale periode en in de jeugd door invloed van druk en wrijving, dient ter bescherming van de direct hieronder liggende botstructuren en heeft géén verbinding met het gewricht. Niet-infectieuze slijmbeurs ontstekingen kunnen ontstaan door chronische irritatie (lokale druk), directe traumata of overbelasting. Zo ontstaat een slijmbeursontsteking vaak bij mensen die veel op hun knieën werken, zoals stratenmakers, tapijtleggers en schoonmakers.

Infectieuze slijmbeursontstekingen kunnen ontstaan door bacteriële invasie vanuit de direct bovengelegen huid.

Mogelijke symptomen:

Zwelling op of rondom de knieschijf,
Eventuele roodheid.
Eventueel pijnlijk.
Spontane kniepijn aan de binnenzijde met gevoeligheid aan de binnenzijde van de gewrichtsspleet, langs de rand van de gewrichtsspleet.

Knie-artrose

Bij artrose van de knie of gonartrose is de belangrijkste verandering een vermindering van de dikte en kwaliteit van het kraakbeen. Als reactie daarop verdikt het onderliggende (subchondrale) bot en vindt aan de randen van het gewricht extra botvorming plaats. Tevens ontstaat een chronische ontsteking in het gewricht. Het gevolg van deze processen is een onregelmatig gewrichtsoppervlak, benige verbreding van het gewricht, mogelijke verdikking van het gewrichtskapsel en soms ophoping van synoviale vloeistof (vocht). De artrose kan zich in de gehele knie voordoen of zich beperken tot een deel van het kniegewricht.

Mogelijke symptomen:

Leeftijd ≥ 50 jaar.
Ochtendstijfheid ≤ 30 minuten.
Crepitaties (kraakgeluiden) bij bewegingsonderzoek.
Pijn/gevoeligheid van de benige structuren.
Benige verbreding van het kniegewricht.
Bij vrouwen komt knieartrose ruim twee keer zo vaak voor als bij mannen.

Ligamentair letsel

Onder ligamentair letsel wordt beschadiging van één of meer banden van de knie verstaan. Dit kan zijn: gedeeltelijk of een gehele scheur (ruptuur) of een verrekking en vaak ontstaan door een trauma.

Betrokken ligamenten van de knie:

ACL/VKB voorste kruisband
PCL / achterste kruisband
Binnen band / MCL
Buiten band/ LCL

Een bekend of berucht voorbeeld van een combinatieletsel is de “unhappy traid”.

Mogelijke symptomen van bandletsel:

zwelling.
pijn.
giving away / “door de knie gaan”.
slotverschijnselen.
crepitatie / krakend gevoel of geluid.
functionele instabiliteit.

Meniscusletsel

Aan de menisci worden verschillende functies toegekend:

Stabilisatie door het gedeeltelijk opheffen van de verschillende oppervlaktes tussen het bovenbeen en het onderbeen. De contactvlakken worden vergroot, waardoor het dragend oppervlak bij belasting toeneemt;
Zorgen voor een lagere belasting op het kniegewricht
Schokabsorptie: 20% van de totale belasting wordt geabsorbeerd;
Smering van het gewrichtsvocht
Controle van de laatste graden van strekking en buiging van de knie

Degeneratieve meniscuslaesies

Asymptomatische meniscus scheuren komen vaak voor.
Onderzoek uit Amerika laat hoge mate van schade zien bij ouderen, met of zonder klachten. De meeste meniscus laesies leiden niet tot knieklachten.
De binnenste meniscus is vaker aangedaan dan de buitenste (75;25).

Meniscuslaesies kunnen worden aangemerkt als acuut of degeneratief. Acute ontstaan vaak door grote krachten op de knie en meniscus (bij een trauma). Dit verschilt ten opzichten van een degeneratieve aandoening, die vaak resulteert vanuit herhalende krachten op een al kwetsbare meniscus. Acute meniscuslaesies treden vaker op bij mensen onder de 40 jaar en zijn vaak sportgerelateerd.

Mogelijke symptomen: