Echografie bij bekkenfysiotherapie
Echografie kan dienen als:
ondersteuning bij het bepalen van de bekkenfysiotherapeutische diagnose
bekkenfysiotherapeutische interventie (biofeedback) ter beoordeling van het functioneren van de bekkenbodem en de bekkenregio
een manier voor de bekkenfysiotherapeut om veranderingen/progressie aan de cliënt te tonen ten behoeve van transparantie en therapietrouw
Echografie kan NIET dienen als:
diagnostiek van afwijkende bevindingen buiten het bekkenfysiotherapeutisch diagnostisch domein
Echografie bij plasproblemen
Via de buik kan met de echo gekeken worden of de blaas goed leeggeplast wordt. Daarnaast kan in beeld worden gebracht of je de specifieke spiertjes rond de plasbuis bij urineverlies juist kunt aanspannen. Dit is ook erg belangrijk na een prostaatoperatie waarbij er nog klachten zijn van urineverlies. Bij dit laatste wordt de kop van het echoapparaat op de buitenkant van je vagina of perineum (man) geplaatst.
Echografie bij een verzakking
Met een specifieke inwendige test (de POP-Q) wordt de gradatie en soort van de verzakking bepaald, maar met een uitwendige echo kan de verzakking ook in beeld gebracht worden. De kop van het echoapparaat wordt op de buitenkant van de vagina geplaatst waardoor je de stand van de blaas en de endeldarm kunt zien. Zo kan er in een functionele houding of oefening (staand of tijdens een buikspieroefening) bekeken worden of de blaas bijvoorbeeld verzakt, maar ook of dit met de juiste ademhaling en aanspanning van de bekkenbodem voorkomen kan worden. Hierdoor kan heel gericht (sport)advies gegeven worden.
Echografie bij een diastase
Een diastase is het wijken van je rechte buikspieren op de middellijn van de bindweefsel-peesplaat die de rechte buikspieren met elkaar verbindt. Met een echo kan de afstand tussen deze buikspieren gemeten worden.
Maar ook van de verschillende buikspieren die een rol spelen bij een diastase kan een goed beeld verkregen worden. Echografie wordt ook ter ondersteuning van het trainen ingezet. Je kunt op het beeldscherm zien of het aanspannen en loslaten van de verschillende spieren van de ‘core’ op de juiste manier gebeurt. En zo weet je zeker dat wanneer je thuis verder gaat oefenen, je het juiste doet.
Echografie bij lage rug- en bekkenklachten
Een oorzaak van rugpijn kan zijn dat je de juiste spieren niet meer goed gebruikt. Met de echo kunnen de spieren die een rol spelen bij de stabiliteit van lage rug en bekken in beeld worden gebracht. Dit zijn diepe dwarse buikspieren en diepgelegen lage rugspieren. Deze kunnen slecht vanaf de buitenkant gevoeld worden.
Tijdens verschillende testjes kijken we met de echo naar deze spieren.
Door het letterlijk kunnen zien van deze diepgelegen spiertjes, ben je in staat deze beter te voelen en te oefenen. Daarom maken wij hier vaak gebruik van in het begin van de training voor een sterke en stabiele rug.
Echografie bij ontlastingsproblemen
Middels echografie kunnen we samen zien of je de spieren die de ontlasting kunnen uitstellen goed kan aanspannen en of je ze op de juiste manier ontspannen als je perst. De kop van het echoapparaat wordt op je perineum geplaatst. Zo zie je de stand van het laatste stukje van de endeldarm en de bekkenbodemspier.